-
1 aanpassen aan
• to adapt to• to adjust oneself to• to fit• to match to -
2 een muntwaarde aanpassen aan die van een andere
een muntwaarde aanpassen aan die van een andereDeens-Russisch woordenboek > een muntwaarde aanpassen aan die van een andere
-
3 zich aanpassen aan een andere cultuur
zich aanpassen aan een andere cultuurVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich aanpassen aan een andere cultuur
-
4 zijn kleding aanpassen aan de omstandigheden
zijn kleding aanpassen aan de omstandighedenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn kleding aanpassen aan de omstandigheden
-
5 zich aanpassen aan
v. adapt oneself to, adjust oneself to, accommodate oneself to -
6 aanpassen
1 [passen] essayer2 [passend maken] adapter♦voorbeelden:men moet de woonruimte aan de mens aanpassen • il faut adapter l'habitation à l'hommeeen muntwaarde aanpassen aan die van een andere • aligner une monnaie sur une autreII 〈wederkerend werkwoord; zich aanpassen〉1 [zich schikken] s'adapter (à)♦voorbeelden: -
7 aanpassen
1 [passen] try/fit on2 [passend maken] adapt (to) ⇒ adjust/fit (to)♦voorbeelden:zijn kleding aanpassen aan de omstandigheden • adapt one's clothes to the circumstancesII 〈wederkerend werkwoord; zich aanpassen〉1 [zich schikken] adapt/adjust oneself (to)♦voorbeelden:1 zich gemakkelijk aanpassen • be adaptable, adjust easily -
8 zich aanpassen
-
9 men moet de woonruimte aan de mens aanpassen
men moet de woonruimte aan de mens aanpassenDeens-Russisch woordenboek > men moet de woonruimte aan de mens aanpassen
-
10 zich aan de omstandigheden aanpassen
zich aan de omstandigheden aanpassenDeens-Russisch woordenboek > zich aan de omstandigheden aanpassen
-
11 to adapt to
aanpassen aan -
12 to adjust oneself to
aanpassen aan -
13 to match to
aanpassen aan -
14 meet the criteria
aanpassen, aan criteria voldoen -
15 adapter
-
16 approprier
approprier [aaproprie.ee]1 aanpassen (aan) ⇒ afstemmen (op), geschikt maken (voor)1. v(à) aanpassen (aan), geschikt maken (voor)2. s'approprierv(à) -
17 conformer
conformer [kõformee]1 zich richten (naar) ⇒ zich aanpassen (aan), zich conformeren (aan)1. v 2. se conformer (à)v -
18 acclimatise
v. aan nieuwe omgeving aanpassen; zich aanpassen (ook "acclimatize")→ acclimatize acclimatize/————————acclimatize, acclimatise[ əklajmətajz] 〈zelfstandig naamwoord: acclimatization〉1 acclimatiseren ⇒ (doen) wennen aan een ander klimaat/andere omgeving♦voorbeelden: -
19 acclimatize
v. aan nieuwe omgeving aanpassen; zich aanpassen (ook "acclimatise")acclimatize, acclimatise[ əklajmətajz] 〈zelfstandig naamwoord: acclimatization〉1 acclimatiseren ⇒ (doen) wennen aan een ander klimaat/andere omgeving♦voorbeelden: -
20 accommodate
v. onderbrengen; opbergen; opnemen; belonen[ əkommədeet]II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Championnat des Pays-Bas de football D3 — Infobox compétition sportive Topklasse Sport Football Création 2010 Organisateur(s) KNVB Périodicité Annuelle … Wikipédia en Français